korfbal_01

Sinds dit seizoen fluit ik geregeld op de dinsdagavond bij 1 en 2. Voor mij een mooie leerschool (ik fluit in principe 2e, 3e, 4e klasse senioren en 1e klasse junioren) qua niveau, maar ook om dingen te proberen of soms situaties uit te leggen waarom ik ergens voor fluit. Soms loopt zo’n trainingswedstrijd stroef soms ook gewoon lekker, kortom net zoals een normale zaterdag wedstrijd, maar dan met wat meer ruimte voor experimenteren.

Een situatie die voorkwam was een hand die een arm blokkeerde. De verdedigster blokkeerde de arm van de aanvalster onder de korf die daardoor niet goed kon gooien naar een wegtrekkende heer, waardoor een schotkans verloren ging. In eerste instantie wilde ik fluiten voor een vrije worp ivm blokkeren van de arm, maar zette dat al snel om in een strafworp aangezien er een kans verloren ging van de wegtrekkende heer. Na afloop kwam de speelster naar me toe met de vraag wat ze dan had moeten doen aangezien ze haar arm stil hield. En dat hoor ik als scheidsrechter wel vaker in wedstrijden. Dus waarom een stip (of vrije worp) als je toch je hand stil houdt.

Wat zeggen de regels: het gaat om regel 3.6j “een tegenstander te zwaar te hinderen”. De hinderende speler mag trachten het werpen van de bal in de gewenste richting te bemoeilijken en uit te lokken, dat de werper de bal tegen zijn hand of arm werpt.  Daarna volgt nog een uitleg dat de bal alleen bemoeilijkt mag worden en dat je als verdediger niet mag slaan naar de bal en niet het lichaam mag blokkeren: “de tegenstander te belemmeren in het vrije gebruik van zijn lichaam door het blokkeren van zijn arm in plaats van de bal; “. Over dit laatste punt gaat onze casus. Je mag dus niet het vrije gebruik belemmeren van de aanvaller door zijn arm te blokkeren.

De KNKV heeft hierop nog een toelichting gemaakt in de veelgestelde vragen:
1.De hinderende arm, pols of hand is in rust: overtreding; om de overtreding te voorkomen dient de hinderende speler (verdediger) met zijn arm, pols of arm “mee te gaan” in de werpbeweging van de tegenstander.

2.De hinderende arm, pols of hand gaat naar de bal toe: overtreding. Dezelfde tekst ad 1.

En toch hebben we allemaal in ons hoofd “maar ik heb mijn arm toch stil”.  Dat is er ergens ingesleten en waarschijnlijk dus vanwege die verdediger die gewoon stil staat en niet door een verdediger dan omver gelopen mag worden. Bijvoorbeeld er is een doorloper de aanvaller is voorbij zijn verdediger maar onder de korf staat nog een verdediger. Als die daar al gewoon staat en de aanvaller botst tegen die verdediger aan in zijn of haar actie dan is dat een aanvallende fout. De verdediger stond er immers al en hoeft geen plaats te maken.

Kortom onthoud:

  1. Als je in beweging bent blokkeer dan niet de arm van de speler maar beweeg je armen mee met waar de arm heen gaat en hou de bal in de gaten. Als je meebeweegt heb je kans dat de bal als verdedigd wordt gezien, blokkeer je hem is het per definitie een strafworp, voorbeelden:
    • Je aanvaller maakt een doorloper en is je voorbij, altijd met je buitenste hand dan verdedigen en meegaan met de armen als die uitstrekken voor de doorloper.
    • Je aanvaller beweegt onder de korf en krijgt de bal aangespeeld, wil die doorspelen, hinder de bal niet de arm.
    • Voorin het veld krijgt je aanvaller de bal en hij wil die doorgooien naar een medespeler hinder de bal niet de arm bij het gooien.
  2. Sta je al op je plaats en sta je gewoon stil, blijf gewoon staan, immers je hebt recht van vrij gebruik van je lichaam. Jij staat er al, de aanvaller mag niet door je heen.

Let op er zijn ook nog bepalingen dat je je hand niet op de bal mag leggen zolang die niet los is, het hinderen gaat dus verder dan alleen het aanraken van de arm of lichaam. Maar daarover een andere keer wellicht. Ik wil het immers niet onnodig ingewikkeld maken … of is iedereen nu al afgehaakt?

Groeten
Stefan